30a. De weg van de keutel
Begin van ontreddering
Even een pas op de plaats. Voor de lezer, die pardoes binnenvalt: u bent beland in een parodie op rechtsgang. Voor wie het gevolgd heeft is de aanleiding voor dit stuk oude koek. Voor wie het gemist heeft: ik kan het hier moeilijk dunnetjes overdoen, maar ik heb bepaalde wantoestanden binnen het justitiële apparaat aan de grote klok gehangen.
Je zou verwachten van dergelijke instanties dat ze zich aan de wet houden. Maar in dit geval toch maar eventjes niet. Dwingend opleggen van censuur en iets dat balanceerde op de rand van intimidatie... dat is geen kattenpis.
Nu puntsgewijs hoe deze soap verliep:
1. De koddebeier
Terwijl ik al jarenlang ruchtbaarheid gaf aan een gevalletje zaadroof overkwam mij pas in 2012, dat er een klacht tegen mij werd ingediend. Ik ontving het schriftelijke "verzoek" van de Amsterdamse politie (vertegenwoordigd door rechercheur Jostie Fleschentamboer) om mij op diens politiebureau te melden als "verdachte van smaad en laster op het internet". Er stond mij een grondig verhoor te wachten; geen twijfel aan. Locatie en tijdstip waren weinig menslievend gekozen: aan het einde van de werkdag. Op een tijdstip dat ik waarschijnlijk de terugreis met het openbaar vervoer niet kon voltooien.
Naïef als ik ben draaide ik het telefoonnummer dat uitnodigend in de brief stond voor nadere inlichtingen. Behalve het bizar extreem laat gekozen tijdstip moest ik maar raden waar in die woestenij zich dat politiebureau bevond. Dat was ergens aan de rand van een Amsterdamse bouwput. Of zoiets onduidelijks.
2. De Hellehond
Mijn poging werd onbehoorlijk afgehandeld. Ik werd namelijk telefonisch op grove wijze afgepoeierd. Op
desbetreffend politiebureau waakte als een bijtgrage Cerberus recherchaire Mies Katzenpiesz. Niks niet informatie... Wham, het gesprek werd bruut afgebroken. Een snauwpartij kun je krijgen als je de weg vraagt naar dat politiebureau. Mevrouw verzekerde mij eigener beweging dat haar collega Fleschentamboer mij hetzelfde "antwoord" zou hebben gegeven. leuke boel daar...
Vanwege mijn beperkte mobiliteit - mijn aangewezen transportmiddelen waren een rollator of een wandelstok - leek mijn vraag zinnig. Dan was er mijn onbekendheid met een buitengaatse Amsterdamse woestenij, die ik voor het eerst zou betreden. De locatie was namelijk gloednieuw en op een plattegrond destijds nog niet vindbaar. Maar daar had onze speurster Mies geen boodschap aan.
3 . Drie advocaten
Brulboei Mies Katzenpiesz was er de directe oorzaak van dat ik mij niet meer veilig voelde bij politie. Ofschoon ik eigenlijk niet van plan was een advocaat in de arm te nemen besloot ik daartoe alsnog. Uiteindelijk polste ik drie advocaten. De eerste was zeer behulpzaam, maar vond de reisafstand naar dat in de wildernis liggende politiebureau te groot. Best grappig, want dat was exact het probleem dat ik daarmee had.
De tweede, die ik aanklampte, verraste de politie met een brief met de mededeling dat van een verhoor geen sprake kon zijn, zolang hij de zaak niet eerst met mij had doorgenomen. Nou wilde het geval dat hij zelf voor weken op vakantie ging. Bovendien woonde ook hij ongelukkig ver van dat politiebureau. Dat werd een lang gebed.
Uiteindelijk vond ik een derde advocaat, die kantoor hield in Amsterdam. Maar voordat zij in actie kon komen gebeurden er de raarste dingen binnen het justitiële apparaat... Daarop is deze website gebaseerd.
Wat zo'n bizar is, is dat bij Justitie en Politie opeens elke actie tegen mij werd gestaakt. Vrij kort na het optreden van advocaat nummer twee. Nou, zult u zeggen, fijn toch… We zullen een stukje verder zien dat het helemaal niet in orde was. De betrokken ambtenaren hebben namelijk vreemde toeren uitgehaald, waarvan je je kunt afvragen of die wel bevorderlijk waren voor hun carrières.
4. Geheimzinnige ruggespraak
Terug naar de kennelijk indringende brief van de tweede advocaat. Rechercheur Fleschentamboer belde mij naar aanleiding daarvan op. Ik kreeg de indruk, dat hij verrast was dat ik er überhaupt een advocaat op had gezet. Hij zou een nieuwe afspraak voor een verhoor aan mijn advocaat doorgeven.
Maar eerst moest hij ruggespraak houden met "iemand van het OM". En daar rammelde het in de procedure. Want hij deed maar wat, zoals later bleek.
Hij klonk menselijker dan rechercheuse Katzenpiesz. Zo verzekerde hij mij, dat hij wèl enige toelichting te geven op de bereikbaarheid van het politiebureau. Mevrouw Katzenpiesz wist immers zeker dat Jostie op dezelfde agressiev toon hetzelfde antwoord aan mij zou hebben gegeven. Maar vooral benutte hij het gesprek om mij te schetsen wat me te wachten stond als ik niet deed wat hij mij sommeerde te doen:
Zijn preek ging over de vreselijke dingen, die ik op het internet had gepubliceerd. In alle (on)bescheidenheid: ik heb veel op het internet gezet, dus ik vroeg hem om iets specifieker te zijn. Hij murmelde wat vage titels. Het kwam er op neer dat ik zowat het internet moest leegtrekken door heel veel publicaties te verwijderen. Hier klopt iets niet. Staat er niet in onze Grondwet dat we het recht hebben op vrije meningsuiting? Zoiets onzindelijk als censuur bestaat in dit land niet. Nou ja, toen eventjes wel...
5. Ontbrekende, resp. gammele bewijsvoering
Concreet aangeven wat er dan zo verschrikkelijk was aan wat ik had geschreven kon de rechercheur niet. Hij beperkte zich tot een verontwaardigde toonzetting. Met aangedane stem deelde hij mede dat ik iets verschrikkelijks had gedaan... Specifieker lukte niet, omdat de goede man overduidelijk niet of nauwelijks kennis genomen van de inhoud van mijn teksten. Het zat er dik in dat hem een en ander was ingefluisterd. Grappig genoeg verwees hij regelmatig naar "iemand van het OM", met wie hij voortdurend ruggespraak hield. Een soort souffleur. Die "iemand" zal hem wel hebben uitgelegd wat er vies moest worden gevonden. Ik begon me bijna te verheugen op dat verhoor.
6. Geheimzinnig gedoe
De rechercheur noemde die OM-functionaris steeds niet bij naam, maar je kunt er gif op innemen dat dat de geheimzinnige Rietje Buigsaem was. In het kader van mijn publicaties over zaadroof heeft zij daar een plekje. Het is geen doen om die hele oplichterij opnieuw uit te rollen. Dat is in verscheidene artikelen op uit internet al eens geopenbaard. Maar een korte toelichting is nuttig:
zij was de dochter van twee lesbische vrouwen, Ankie en Katlien, die een onnozele hals (Ben van 't Padje) zijn zaad hadden afgetroggeld. Daarbij hadden ze hem voorgehouden dat hij af en toe zijn biologische dochter zou mogen zien. Dat zal later blijken die "iemand van het OM" te zijn. Die wordt hier opgevoerd als het personage Rietje Buigsaem.
Het pakte uit als een uitgeklede omgangsregeling, die niets of nauwelijks iets voorstelde. Het resultaat was dat zelfs het minste van de minste van de afspraken niet werd nagekomen.
Wel, dat vond ik een uniek verhaal om eens op te schrijven. Het is weer eens wat anders dan al die opgeklopte verhalen over massazaaddonoren, die de nodige aandacht van media en publiek hebben getrokken. En dan nog iets dat erover schrijven aanlokkelijk maakte: ik heb mij verbaasd over de verregaande naïviteit van die bewuste zaaddonor. Tegelijkertijd bleek die man, Ben, een rijke inspiratiebron te zijn voor gekke verhalen. U zult die Ben daarom af en toe tegengekomen in diverse teksten.
Terug naar de spil van dit alles: Rietje. Vervolg van punt 6
Dank aan Joost en Rudie voor de opgedane inspiratie